maandag 14 maart 2016

Bedrijfsleven Corporate Bullshit Woordenboek

Ad hoc (bijwoord) : Een soort van magisch-realistische kwalificator die men bij activiteiten plaatst waarvan een bedrijf eigenlijk nul komma nul procent verstand heeft, maar die het toch maar op zijn website zet in het onwaarschijnlijke geval dat er een aantal eurocenten uit te kloppen valt. Het kan ook zijn dat het bedrijf op één of andere manier subsidie los heeft weten peuteren voor het behandelen van een thema waarin het niet echt plant te investeren, en waarover het niet meer (of zelfs minder) weet dan wat er op Wikipedia staat.

"Alhoewel onze corebusiness het pellen van garnalen is, behandelen we windsurfen ad hoc." De vertaling van deze zin is: "we hebben geen enkel verstand van windsurfen maar als jullie een pak geld in onze richting smijten zijn we bereid om te doen alsof, we zullen Pedro met je meesturen, die zijn we toch graag kwijt tijdens een dagje garnaalgewinning, hij stinkt een uur in de wind en hij spreekt ook geen Nederlands, allez salut, ciao, de kost, probeer om niet dood te gaan, want dan moeten we nadien onze verantwoordelijkheden ontduiken."

Zo ongeveer rond 2010 begon her en der op websites van organisaties die eerder niets hadden met het internet, behalve het feit dat ze een website hadden en dat ze wel eens een e-mail hadden gezien, het woord digitalisering op te duiken. Meer en meer organisaties en bedrijven kregen namelijk kruiwagens geld en bestelwagens vol mankracht van de overheid om hierin te investeren. Iemand in de uitvoerende macht met te veel tijd had namelijk in een (papieren) krant gelezen dat digitalisering nu plots hot shit was, in plaats van armoede bestrijden of zorgen dat mensen niet op straat hoeven te slapen. Doordat de meeste organisaties die deze fondsen ontvingen nog geen modembakje van een frietketel konden onderscheiden werden vragen en projecten over digitalisering dan maar ad hoc behandeld, dat wil zeggen: slecht, ongestructureerd, vol kleinzielige clichés en door een medewerker met een vreselijke lichaamsgeur van al het angstzweet over de ontdekking dat al hun zogezegde expertise een gigantische hoop stomende paardenkak is.

Call (zn, calls): T-shirtdragende stervelingen zeggen iets als "ik moet even bellen" of "eens telefoneren" wanneer ze via de telefoon iets moeten regelen. Zo niet de pak met das-dragende moderne professional van de 21e eeuw in Vlaanderen, die telefoneert niet, die maakt een call. Terwijl een normaal telefoongesprek eruit bestaat dat je dingen bespreekt via de telefoon en zo uiteindelijk tot een aantal conclusies komt waarna je het gesprek kan afsluiten, bestaat een call gevoerd door business patjeperen eruit dat men dingen bespreekt via de telefoon en zo uiteindelijk tot een aantal conclusies komt waarna men het gesprek kan afsluiten. Wacht? Is een call maken dan niet absoluut hetzelfde als telefoneren? Ja, maar het klinkt zoveel belangrijker als je call zegt, nee? Voila.

Consultancy (zn, altijd enk.): Het resultaat van een cirkelredenering waarbij het feit dat de consultant zoveel geld vraagt voor zijn diensten gelegitimeerd wordt door het feit dat hij zo duur is. Als de consultant goedkoop zou zijn dan zou dit in theorie ook gelegitimeerd kunnen worden door het feit dat hij niet veel geld vraagt. In de praktijk is consultancy echter altijd duur.

Wanneer een bedrijf door een externe consultant doorgelicht wordt dan gebeurt dit standaard in drie fasen. De eerste fase wordt gekenmerkt door het opduiken van een nieuwe figuur in de publieke ruimtes van het kantoor. De figuur krijgt schouderklopjes van leden van de directie en er wordt heel wat afgelachen, waarover is niet duidelijk, ook niet voor de directie zelf. De werknemers zien dit alles met argusogen aan en er beginnen wilde geruchten de ronde te doen over de mysterieuze nieuwe figuur, zoals "het schijnt dat hij betrokken was bij de 72-uren durende vergadering van Dover in 1997" en "volgens mij eet hij kinderen". Ongeveer tegelijkertijd beginnen er allemaal mysterieuze dingen te gebeuren in het kantoor, zoals een sprinkhanenplaag in de WC's op het tweede verdiep, Alexandra van de helpdesk die schurft krijgt, kikkers in de koffie, en de metamorfose van de pakjes minute soup tot smaakloze zoute troep. Dit is de proloog van de tweede fase waarin de wilde stroom geruchten meer en meer body en animo krijgt tot het uiteindelijk duidelijk wordt dat de figuur een consultant is die het bedrijf zal doorlichten, of "ons in ons reet neuken tot we dood zijn" zoals Freddy de vakbondsdelegee het verkiest te noemen.  Deze fase eindigt met het samenroepen van iedereen in de Van Gogh-zaal door de directie en de effectieve aankondiging dat het bedrijf doorgelicht gaat worden. De consultant krijgt daarop kort het woord en in zijn speech van vijf minuten gebruikt hij exact 66 keer het woord herstructurering. Er ontstaat massale paniek en aan de hysterie grenzende angst en de Van Gogh-zaal moet ontruimd worden door de security. In de derde fase moet iedereen in het gezelschap van de directie met de consultant komen praten en stelt die meerdere passief-agressieve vragen zoals "vind jij zelf dat je hier nuttig bent?" en "Als we één persoon zouden moeten ontslagen zou jij dat dan zijn?" Het wordt de werknemers duidelijk dat de consultant, van wie meer en meer duidelijk wordt dat hij geen idee heeft waarmee hij bezig is, ofwel een belachelijk individu is met een gebroken thuissituatie, kinderen die hem niet meer willen zien, een rits gebroken relaties en evenveel inzicht in de menselijke conditie als een aarsworm in rice crispies, ofwel een demon die van de onderste regionen van de hel een extreem kwaadaardig plan dirigeert. De directie lijkt echter blind te zijn voor de psychopathologische persoonlijkheidsstructuur van de consultant en blijft alles wat hij zegt maar geweldig vinden en met schouderklopjes belonen. Deze consultancy blindness, zoals dat heet, is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de consultant zo duur is en dat de directie om die reden een irrationeel verlangen heeft om hem echt de shit te vinden. Op het einde van fase drie worden er geheel willekeurig een aantal mensen geherstructureerd, wat niet wil zeggen dat ze ontslagen worden, maar gewoon dat ze niet meer tegen een betaald salaris kunnen komen werken. Voor de overlevenden is er een walking dinner, een lunch waarbij men te gierig is om voor tafels te zorgen, ter afsluiting en de overlevenden halen oude oorlogsverhalen over vroegere consultants boven. Wanneer er leden van de directie passeren zwijgt iedereen plots en kijkt men gegeneerd naar zijn schoenen.  De consultant verlaat het bedrijf en in de nasleep van zijn doorlichting lijkt het alsof hij er absoluut nooit geweest is, niets is veranderd, er zijn alleen minder mensen, en diegenen die niet geherstructureerd zijn halen opgelucht adem. De oudere collega's kijken echter met een constante konijnachtige schichtigheid om zich heen en hun door het kantoor resonerende zuchten kondigen de wederintrede van de Sata... eu de consultant aan.  

Freelancer (zn, freelancers): Een extreem machtige warlock die een manier heeft gevonden om meer dan de 148 uren die er in een week zijn te werken. Een Parijse freelancer brak vorig jaar nog alle records door het hele jaar lang 78.000 uur per week te werken. In tegenstelling tot de gangbare opvattingen is de freelancer geen ondersoort van de formicidae, oftewel de vlijtige mier, maar gewoon een deviant gemuteerde vorm van de gewone homo sapiens sapiens. Men vindt deze mutant ofwel gekleed in haar pyjamabroek en een muisgrijze sweater met daarop "Dampoort University", "Chix rule" of één of ander witticism aan haar bureau thuis, ofwel achter een veel te groot brilmontuur met vensterglas in een koffiebar die maximaal twee maanden bestaat. Het dieet van de freelancer bestaat uit bagels met cream cheese, macchiato lattes en vooral uit veel opdrachten. Regelmatig print de freelancer heel zijn portfolio af en eet die dan op met een klein beetje Indonesische ketjap of sambal oelek. Freelancers met een nogal omvangrijk portfolio overlijden dan ook zeer vaak aan de gevolgen van inktvergiftiging. De freelancer is het grootste deel van haar tijd bezig met het bevechten van andere freelancers waarvan zij voortdurend beweert dat ze alles van haar gepikt hebben. Ook semi-ironische selfies posten, failliet gaan en in subthreads van facebookdiscussies klagen over het leven van de freelancer vormen een groot deel van haar tijdsbesteding.

Als men aan een freelancer vraagt of ze niet liever op haar gemak een vast maandelijks salaris zou willen krijgen door in een bedrijf aan een vast bureau te zitten en daar wat cream cheese bagels te eten kijkt deze je gewoon met een lichtjes naar links geklikt hoofd aan, als een hond die voor het eerst een schildpad ziet.

De droom van elke CEO van een klein tot middelgroot bedrijf is om tijdens lunches met business associates te kunnen zeggen dat er 10.000 freelancers voor haar werken, en dat haar bedrijfsstructuur hierdoor 100% flexibel is geworden. Deze flexibiliteit heeft niets te maken met het feit dat de botten van freelancers door het te lang voor de computer in koffiebars zitten vloeibaar zijn geworden, maar wel met het feit dat men freelancers nadat men ze opgebruikt heeft legaal mag neerschieten.

De koffieslijters van Starbucks hebben hier handig op ingespeeld en bieden freelancers op zogenaamde freelance fridays goedkope kogelvrije vesten om zich te beschermen tegen schietgrage patrons die hun bedrijfsstructuur willen afslanken. Er zijn dan ook gratis cupcakes voor freelancers, maar die kennen slechts een beperkt succes, waarschijnlijk omdat doodsangst voor schotwonden de eetlust niet bevordert.

Human resources management (HRM) (Zn, altijd enkelvoud): HRM is een pseudowetenschappelijke uitloper van de arbeidspsychologie die als doel heeft om niet-falsifieerbare claims over werknemers te produceren, zodat de werkgever deze claims naar believen kan gebruiken om hen te ontslaan als hij daar zin in heeft. Van de werknemers wordt aldus de subjectieve menselijkheid ontnomen en ze worden gereduceerd tot objectieve dingen, tot resources, i.e. werktuigen of grondstoffen die nog als enige functie hebben om winst te gaan genereren. Doordat de manager die in HRM werkt de hele tijd bang is dat zijn gebakken lucht als dusdanig gaat geïdentificeerd worden hecht hij het meeste belang aan theorieën die er op het eerste zicht heel ingewikkeld uitzien, een complexiteit die het feit dat alle claims die er in verwerkt zijn eigenlijk banale futiliteiten zijn, die een kleuter van vier met een milde cognitieve handicap ook kan bedenken, dient te verdoezelen. Een ongezonde obsessie met dieren en kleuren is een ander gemeenschappelijk kenmerk van zowel HRM-managers als kleuters.

Een bekend voorbeeld van een "theorie" binnen het HRM is de groepsrollentheorie van Belbin. Op basis van een aantal zeer banale vragen à la "je ziet een bedreiging, wat doe je?" en even banale mogelijke antwoorden als "a. ik loop gillend als een klein meisje weg" of "b. ik blijf staan en probeer een oplossing te bedenken" dacht de klassieke filoloog Meredith Belbin te kunnen bepalen welke rol een persoon binnen een team vervulde. Het zou dan voordelig zijn om een evenwichtige verdeling van de 9 rollen in elk mogelijk team te steken. Belbin ging voor deze theorie waarschijnlijk uit van de scherpzinnige observatie dat er niets gebeurt als iedereen gewoon op zijn kont blijft zitten. In plaats van het op deze volkswijsheid te houden werkte hij zijn volstrekt niet te controleren groepsrollentheorie uit, die door haar air van intellectuele gewichtigheid en objectieve precisie aansloeg en nu toch al een dertig jaar lang in studenten van verschillende opleidingen hun strot geramd wordt.

Sandra (19 jaar), die na haar middelbare scholing besloot om een economiegerichte professionele opleiding te gaan studeren, heeft er alvast genoeg van. Ze beëindigde na de les over Belbin en diens zurige HRM-oprispingen slash theorieën haar studiecontract aan een niet nader genoemde Vlaamse hogeschool en is vastbesloten om volgend jaar verpleegkunde te gaan studeren aan een andere niet nader genoemde Vlaamse hogeschool. Wat Sandra nog niet weet is dat de theorie van Belbin ook daar op het programma staat, en dat ze volgend academiejaar in oktober huilend naar Mindy zal bellen om erover te klagen. Mindy zal vervolgens doen alsof ze het begrijpt en troostende woorden uitspreken, maar vanbinnen zal ze lachen en zich verheugen, omdat ze een jaloerse bitch is. Ik heb trouwens over Mindy gehoord dat ze een eetstoornis heeft gehad tijdens haar middelbare schooltijd en ik vind dat je het nog aan haar ziet. Allez jong, zeg nu zelf, die ziet er toch echt niet normaal uit?

Incentive (zn, incentives): Wanneer je weet dat je een product of een activiteit gaat lanceren of presenteren waarin eigenlijk niemand een hol interesse heeft moet je op zoek gaan naar incentives. Het woord wil zeggen dat je je vieze, onsexy hap zodanig mixt en er zoveel suiker en andere ongezonde shit bijvoegt dat iedereen het graag wil slikken, of althans niet meer weet wat zij aan het slikken is. De beste incentive om je collega's of subserviënte loonslaven iets te laten doen is natuurlijk geld, maar het is de droom van elke chef om iedereen aan de slag te krijgen door middel van intrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie wil zeggen dat je (meestal onplezierige) dingen gratis en voor niets doet, maar dat je jezelf er als een idioot van overtuigt dat je ze zelf leuk vindt om te doen. Je baas vraagt je bijvoorbeeld om in het weekend, buiten je uren, een ingewikkelde kalender in elkaar te boksen voor een toekomstig congres en aangezien hij er helemaal niet aan denkt om je voor die extra uren te betalen en je liever een totale mentale meltdown vermijdt ga je jezelf wijsmaken dat je het leuk vindt om al die bullshit te doen, in plaats van in de zon te zitten, met je kinderen GTA te spelen of een nieuwe taal te leren: je incentive is intrinsieke motivatie en je baas wordt er helemaal nat van in zijn broekje.

Innovatie (zn, altijd enk.) Semi-religieuze mantra die werknemers op seminaries georganiseerd door hun bedrijven hele weekends lang dienen op te dreunen. Innovatie is het pasklare antwoord op alle mogelijke problemen die zowel commerciële als niet-commerciële organisaties kunnen ondervinden. Dalende winst? Depressie, burn-out en alomtegenwoordige persoonlijke malaise onder de werknemers? Een zepige bijsmaak van de kantoorkoffie? Schurft, tbc en haaruitval? Tanja van accounting die niet wil ingaan op de avances van haar mannelijke collega's, waarschijnlijk omdat ze lesbisch is? Het fabelachtige begrip innovatie draagt de belofte in zich om al deze problemen op te lossen.

Onafhankelijke wetenschappers van een bekend business college in Leuven zijn er in 2013 op uitgekomen dat innovatie meerdere gelijkenissen vertoont met de kerstman. Net zoals de kerstman bestaat innovatie alleen maar voor en door de mensen die er in geloven. De drijvende kracht van deze oorspronkelijk fictieve entiteit bestaat uit zogenaamde croyons, psycho-fysieke partikels van gesublimeerde wenskracht die ontstaan uit de tranen van kinderen en bedrijfsleiders. Hoe vaker het begrip innovatie herhaald wordt hoe meer croyons er ontstaan en hoe sterker de fysieke binding van de werknemers aan dit begrip wordt. Het is dus essentieel dat er veel over innovatie gepraat wordt en dat iedereen erin gelooft, anders werkt het niet.

In het kader van de algemene innovering van het bedrijfsleven heeft de Vlaamse regering vorige zomer het eerste bataljon geschiedenisterminators operationeel gemaakt. De terminators zitten undercover in bedrijven en non-profit organisaties en schakelen personen en entiteiten die de innovatie tegenwerken uit. Het kan gaan om personen die hardnekkig Nederlandse termen blijven gebruiken ('onderwerp' in plaats van 'topic', 'telefoongesprek' in plaats van 'call', et cetera...), personen die verouderde technologie gebruiken en deze verdedigen op vergaderingen ("wij deden dat vroeger altijd per fax en dat werkte prima...") of personen die algemeen opruiende taal en gedrag vertonen, zoals mensen die soms mopperen of die innovatie een zinloze, zelfbestendigende lege doos noemen.

Zoals de charmezanger gelinkt is aan het bruin café, zo is de goeroe gelinkt aan innovatie. De innovatiegoeroe is een technologisch-communicatieve whiz-kid van hooguit 23 jaar, die mits een aantal goed gekozen leuzen iedereen doet geloven in de onbegrensde toekomstigheid van de toekomst. De positieve buzz die de innovatiegoeroe instigeert doet elk ander leed van de werknemer vergeten en installeert een cognitief programma dat vooral gericht is op Tweets met leuke selfies tijdens allerlei aspecten van het werkleven, zoals aan het bureau zitten en typen, koffie drinken, kopiëren en die zurige Tanja van accounting tevergeefs het hof trachten te maken. De productiviteitsdaling die hiermee gepaard gaat nemen de bedrijfsleiders er graag bij, aangezien de overheid al deze ongein toch subsidieert. Hoera!

Interessante doorgroeimogelijkheden (zn, altijd mv.): Wanneer een bedrijf een potentiële werknemer te weinig wil betalen voor het uitvoeren van activiteiten die normale mensen na tien minuten voor de rest van hun leven depressief maken is er sprake van interessante doorgroeimogelijkheden. De werknemer in spe wordt een grandioze carrière van uitdagend, creatief werk met extremely handsome collega's geschetst, een eeuw lang van ambrozijn drinken, volleybal spelen met naakte topmodellen en vanop een diamanten troon het gepeupel toelachen, als zij maar gewoon eventjes in het begin voor bijna niets van pecuniaire vergoeding elke dag een vers uit de kont van de baas gevallen lading dampende stront verzwelgt.

De knapste fysici van de wereld onderzoeken momenteel nog de vreemde relativistische tijdsparadoxen die gepaard gaan met het uitvoeren van jobs met interessante doorgroeimogelijkheden. Alles lijkt erop te wijzen dat de tijd tijdens deze jobs zowel trager als sneller lijkt te gaan. De tijd gaat trager voor de uitvoerende werknemer tijdens de jobs zelf, met een tergende traagheid ploetert deze zich elke dag door dezelfde puinhoop, om de volgende dag gewoon hetzelfde iets trager opnieuw te doen. Fysici speculeren dat er na een bepaalde periode van tewerkstelling een zo grote traagheid bereikt wordt dat er eigenlijk een singulariteit ontstaat, een paradoxaal punt van oneindige traagheid. Toeschouwers kunnen deze singulariteit maar observeren als zij dicht genoeg bij de werknemer in kwestie komen, en dan bestaat de kans dat zij zelf ook in de singulariteit gezogen worden en als oneindig trage zombies met hun vingers naar het scherm wijzend een eeuwigheid moeten doorbrengen.

Een tweede excentriek tijdseffect is het versnellen van de tijd bij de werkgever. De werkgever zegt tegen de werknemer in spe tijdens de sollicitatie dat zij hooguit één of twee maanden het werk zal moeten uitvoeren, alvorens zij gebruik kan maken van de interessante doorgroeimogelijkheden, maar dan vindt er steevast een timewarp plaats waardoor voor de directie twintig jaren zodanig versnellen dat zij twee maanden lijken te duren. Na deze periode van twintig jaren, twee maanden in het hoofd van de chef, is de werknemer meestal overleden aan de gevolgen van de aard van haar werk, en dit maakt dat nog nooit iemand echt gebruik heeft kunnen maken van de paradoxale interessante groeimogelijkheden. Er doen dan ook de gekste mythes de ronde over dit El Dorado van de werkwereld, zoals dat er op deze legendarische, nooit-geziene plaats in de ruimtetijd een kopieerapparaat is dat nooit blokkeert en dat je e-mail er automatisch verdwijnt en verandert in pruimengelei.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Thanks for your reaction!