Er bestaan veel uitgebreide lijsten met vertalingen van aan Aikido gerelateerde termen, en sommige vermelden ook de kanji erbij. Deze lijst heeft de pretentie van zich te onderscheiden van deze andere lijsten door de precisie qua vertaling en de aandacht voor de bredere historische en filosofische context van bepaalde van de termen.
Ai 合い:Samenkomen, samen passen
Ai-hanmi 相半身: Drukt relatie van tori en uke uit, allebei met zelfde voet naar voren. (Lett. gemeenschappelijke lichaamshelft.)
Budou 武道: De weg van de wapens, de krijgskunsten
Bushidou 武士道: De weg van de krijger.
Chikara 力: Kracht, vaak bedoeld in de zin van fysieke spierkracht. In aikido probeert men het gebruik van kracht tegen kracht te vermijden. Wordt in samenstellingen ook als ryoku gelezen, zie kokyuuryoku.
Choku tsuki 直突き:Rechte slag naar de plexus (Lett. onmiddellijke slag.)
Chuudan tsuki 中段突き: Rechte slag naar de plexus. (Lett. slag naar het middelste niveau.)
En 円: Zie Maru 丸
Dou 道: Dit karakter betekent letterlijk "weg" en symboliseert de 'juiste' weg die men moet afleggen om een doel te bereiken. In de Chinese filosofische traditie leest men het karakter als dao en speelt het een belangrijke rol in vele stromingen, vooral in het Daoïsme. In het daoïsme heeft deze weg alles te maken met wu wei 無爲 ,de filosofisch-religieuze praktijk van het niet-handelen. Aikidou 合気道 kan men tegenover aikijutsu 合気術 zetten, waarbij het laatste een aan Aikido verwante krijgskunst is die zich eerder richt op de technieken 術 dan op de weg die het geheel begeleidt.
Eri-dori 襟取り : Grijpen van de kraag
Ai 合い:Samenkomen, samen passen
Ai-hanmi 相半身: Drukt relatie van tori en uke uit, allebei met zelfde voet naar voren. (Lett. gemeenschappelijke lichaamshelft.)
Budou 武道: De weg van de wapens, de krijgskunsten
Bushidou 武士道: De weg van de krijger.
Chikara 力: Kracht, vaak bedoeld in de zin van fysieke spierkracht. In aikido probeert men het gebruik van kracht tegen kracht te vermijden. Wordt in samenstellingen ook als ryoku gelezen, zie kokyuuryoku.
Choku tsuki 直突き:Rechte slag naar de plexus (Lett. onmiddellijke slag.)
Chuudan tsuki 中段突き: Rechte slag naar de plexus. (Lett. slag naar het middelste niveau.)
En 円: Zie Maru 丸
Dou 道: Dit karakter betekent letterlijk "weg" en symboliseert de 'juiste' weg die men moet afleggen om een doel te bereiken. In de Chinese filosofische traditie leest men het karakter als dao en speelt het een belangrijke rol in vele stromingen, vooral in het Daoïsme. In het daoïsme heeft deze weg alles te maken met wu wei 無爲 ,de filosofisch-religieuze praktijk van het niet-handelen. Aikidou 合気道 kan men tegenover aikijutsu 合気術 zetten, waarbij het laatste een aan Aikido verwante krijgskunst is die zich eerder richt op de technieken 術 dan op de weg die het geheel begeleidt.
Eri-dori 襟取り : Grijpen van de kraag
Gyaku-hanmi 逆半身: Drukt relatie van tori en uke uit, elk met andere voet naar voren. (Lett. tegenovergestelde lichaamshelft.)
Haishin undou 背身運動: (Lett: Rug (kanji 1) Lichaam (kanji 2) Oefening (Kanji 3+4)) Dit is een stretchoefening waarbij beide uke beide polsen van tori grijpt (zie ryoute-dori) en tori vervolgens 180 graden indraait om de rug van uke op zijn rug te heffen en deze te stretchen.
Hakama 袴 : Formele, geplooide rok voor mannen.
Hassou 八相: Een van de vijf houdingen (kamae 構え) bij Japans schermen. Bij hassou wordt net zoals bij joudan (上段) het zwaard hoog gehouden, maar in tegenstelling tot bij die laatste houding houdt men bij hassou het zwaard verticaal naast het hoofd, wat handig is als men een helm draagt die het zicht sowieso al belemmert. Hassou betekent letterlijk "achtvorm", wat zou verklaard worden door de achtvorm van het Sino-Japanse cijfer voor acht (八) dat de ellebogen maken. Men schrijft de kanji ook soms als 八双. Alternatieve namen zijn kamae van de achterkant 陰の構え en boom-kamae木の構え.
Hijikime osae 肘極め押さえ: Lett. neerwaartse pin op het uiterste punt van de elleboog. Beweging waarbij de arm van uke in een verticale positie gebracht wordt terwijl tori een inwaartse torsie op de de elleboog uitoefent. Door deze samenwerking van krachten wordt uke naar de grond gebracht.
Ikkyou 一教: Betekent eerste techniek of eerste leervorm, en is een beweging die uke naar de grond brengt door middel van een greep met de ene hand aan de pols en de andere hand aan de elleboog. Een meer inhoudelijke naam voor de techniek is ude osae 腕抑え, de armonderdrukking.
Irimi 入り身: Beweging waarbij men op directe manier binnenkomt om een techniek uit te voeren, in tegenstelling tot het tegengestelde begrip tenkan (転換) waarbij men het centrum van de aanvaller eerder indirect gaat binnentreden. Letterlijk betekent irimi "binnengetreden lichaam", een nogal plastische metafoor voor de directe ingang die men in het centrum van uke tracht te maken. Tenkan en Irimi worden vaak voorgesteld als pendanten van het donkere, zwichtende yin (陰) en het zonnige, harde yang (陽) uit de Chinese Daoïstische filosofie.
Joudan-tsuki 上段突き: Rechte vuistslag naar het gezicht.
Katate-dori 片手取り: Eén hand grijpt naar de pols.
Kata 形: Betekent "vorm" en duidt meestal op een reeks bewegingen die door de orthodoxie van een tak van een gevechtssport zijn vastgelegd als leervorm.
Kata-dori 肩取り: Eén hand grijpt naar de schouder.
Kata-dori 肩取り: Eén hand grijpt naar de schouder.
Kata-dori men-uchi 肩取り面打ち: Een hand grijpt naar de schouder, andere hand geeft een slag.
Ki 気: De vitale energie die het lichaam doorstroomt en waarvan in Aikido en andere Oosterse gevechtsporten gebruik gemaakt wordt als principe van kracht. De Japanners leenden de term van het klassiek Chinese begrip Qì (氣). Het filosofische begrip had al een zeker belang bij de klassieke confucianisten en bij de Daoïstische meester Zhuang zi (莊子) maar werd toch vooral belangrijk bij de meer transcendentaal gerichte neo-confucianisten die vanaf de 7e eeuw n.c. belangrijk werden in China.
Kiri otoshi 切り落し: (Letterlijk: snijdende val, waarbij otosu (doen vallen) de transitieve versie is van het intransitieve ochiru (vallen)) Een worp die afgeleidt is van een zwaardbeweging waarbij men het zwaard boven het hoofd brengt en in rechte verticale lijn naar beneden snijdt. Bij de wapenloze techniek voert tori deze snijdende beweging met beide handen uit en brengt uke uit zijn evenwicht door de zwaardhanden aan wederzijden van de nek naar beneden te brengen. In aikido wordt deze worp meestal in de praktijk gebracht aan de rugzijde van uke, maar bij kendo is dit de meest basale zwaardbeweging die men bij een frontale aanval of verdediging kan uitvoeren.
Kokyuunage 呼吸投げ: (Letterlijk: ademhalingsworp). Dit is een worp waarbij gebruik gemaakt wordt van de ademhalingskrachtom de aanval van uke om te buigen en niet van spierkracht of van een klem. Zie ook kokyuuryoku.
Kokyuuryoku 呼吸力: Deze term betekent letterlijk 'ademhalingskracht' (eerste twee kanji "ademhaling", tweede "kracht") en is van essentieel belang in de basisfilosofie rond ki en harmonie in aikido. Een vaardig aikidoka gebruikt zijn ademhalingskracht om de kracht die uke op hem gebruikt om te buigen. Er is een lange traditie van discussie over deze ademhalingskracht en over welk mechanisme er nu precies achter zit, of het gaat om de ademhaling als spier, om het bundelen van de kracht in een punt, over het aanspreken van onbewuste krachten, et cetera...
Kotegaeshi 小手返し: Lett. draaiing van de onderarm. Techniek waarbij de pols van uke naar haar toegedraaid wordt en er door de torsie dan wel een pintechniek of een worp ontstaat.
Kubishime 首絞め: Lett. nekwurging. Een techniek waarbij uke achter tori komt te staan, haar bij één pols vastneemt en met de andere hand de kraag rond de nek van tori wringt.
Kumijou 組杖: Betekent letterlijk "sets (met de) staf"; een reeks bewegingen van uke en tori met de jou.
Maru 丸: Deze term betekent "cirkel" en wordt gebruikt in verschillende contexten in Aikido. Het gebruik gaat terug op het begrippentrio sankaku, maru, shikaku van Ousensei. Alternatieve woorden hiervoor zijn En 円 en Enkei 円形
Mokusou 黙想: De kanji betekenen respectievelijk "stilte" en "gedachte", dus het complexe begrip kan vertaald worden als "stille contemplatie", of meer gangbaar als "meditatie". Mokusou staat in verband met het van het zenboeddhisme afkomstige mushin 無心, wat letterlijk "geen geest" wil zeggen. De staat van mushin, waarin men vrij is van hinderlijke emoties zoals angst of kwaadheid, wordt in vele Japanse gevechtssporten en krijgskunsten als een vereiste gezien om tot een hoog niveau te kunnen komen.
Mokusou 黙想: De kanji betekenen respectievelijk "stilte" en "gedachte", dus het complexe begrip kan vertaald worden als "stille contemplatie", of meer gangbaar als "meditatie". Mokusou staat in verband met het van het zenboeddhisme afkomstige mushin 無心, wat letterlijk "geen geest" wil zeggen. De staat van mushin, waarin men vrij is van hinderlijke emoties zoals angst of kwaadheid, wordt in vele Japanse gevechtssporten en krijgskunsten als een vereiste gezien om tot een hoog niveau te kunnen komen.
Morote-dori 諸手取り : Beide handen grijpen één arm/pols.
Mune-dori 胸取り : Een hand grijpt de revers, ter hoogte van de borst.
Mune-tsuki 胸突き : Rechte vuistslag naar de borst.
Nikkyou 二教: Betekent tweede techniek, en is een beweging die uke naar de grond brengt door middel van een klem op de pols waarbij een torsie bewerkstelligd wordt. Een meer inhoudelijke naam voor de techniek is kote mawashi 小手回し, torsie/omwringen van de voorarm.
Onegaishimasu 御願いします: Dit wordt gezegd aan het begin van een aikidotraining en betekent letterlijk "ik vraag zeer eerbiedig". De uitdrukking bestaat uit drie onderdelen: het prefix o dat respect uitdrukt, de substantiefvorm van het werkwoord negau wat een plechtige vorm om iets te vragen is en de beleefde -masu-vorm van het werkwoord suru. Dit laatste werkwoord is een werkwoord uit kenjougo 謙譲語, te vertalen als bescheiden taal, een vorm van beleefdheidstaal.
Ousensei 翁先生 (alt. 大先生): De titel waarmee beoefenaars van Aikido refereren naar Morihei Ueshiba ( 植芝 盛平), de grondlegger van Aikido. De titel betekent vrij vertaald "grote leraar".
Ryoukata-dori 両肩取り: Beide handen grijpen beide schouders.
Ryoute-dori 両手取り: Beide handen grijpen beide polsen.
Sankaku 三角: Deze term betekent "driehoek" en wordt gebruikt in verschillende contexten in Aikido. Het gebruik gaat terug op het begrippentrio sankaku, maru, shikaku van Ousensei. Kan duiden op een driehoekige positie van de voeten en op het scherp inkomen bij bijvoorbeeld irimi.
Sankyou 三教: Betekent derde techniek, en is een beweging waarbij uke naar de grond begeleidt door middel van een torsie van de arm rond het elleboog- en/of schoudergewricht, waardoor er druk komt op de arm, elleboog en schouder.
Shikaku 四角: Deze term betekent "vierkant" en wordt gebruikt in verschillende Aikido-contexten. Het gebruik gaat terug op het begrippentrio sankaku, maru, shikaku van Ōsensei.
Shikkou 膝行: Voortschrijden op de knieën. (Lett: kniegang)
Shoshin 初心: Originele bedoeling (lett: beginnershart) - term uit het zenboeddhisme.
Sankaku 三角: Deze term betekent "driehoek" en wordt gebruikt in verschillende contexten in Aikido. Het gebruik gaat terug op het begrippentrio sankaku, maru, shikaku van Ousensei. Kan duiden op een driehoekige positie van de voeten en op het scherp inkomen bij bijvoorbeeld irimi.
Sankyou 三教: Betekent derde techniek, en is een beweging waarbij uke naar de grond begeleidt door middel van een torsie van de arm rond het elleboog- en/of schoudergewricht, waardoor er druk komt op de arm, elleboog en schouder.
Shikaku 四角: Deze term betekent "vierkant" en wordt gebruikt in verschillende Aikido-contexten. Het gebruik gaat terug op het begrippentrio sankaku, maru, shikaku van Ōsensei.
Shikkou 膝行: Voortschrijden op de knieën. (Lett: kniegang)
Shoshin 初心: Originele bedoeling (lett: beginnershart) - term uit het zenboeddhisme.
Shoumen'uchi 正面打ち: Zwaardhandslag naar het gezicht. (Lett. voorkantslag)
Soto 外: Buitenkant, tegenovergestelde van uchi 内.
Suwariwaza 座技: Zittende techniek, tegengestelde van tachiwaza立技 .
Tachiwaza 立技: Rechtopstaande techniek, tegengestelde van suwariwaza 座技.
Tai sabaki 体捌き: Het hele lichaam bewegen om in een gunstige houding ten opzichte van de aanvaller te staan (lett. Lichaamscontrole). Een voorbeeld van tai sabaki is migi ashi mae sabaki (右足前捌き) waarbij men eerst met de rechtervoet een stap zet en vervolgens de linkervoet gaat bijtrekt terwijl men een beweging van 90° ten opzichte van uke maakt (zie tekening)..
Tenkan 転換: Een pivoterende beweging van 180 graden waarbij men naast het lichaam van uke draait zodat men met de neus naar de tegenovergestelde kant naast de aanvalslijn komt te staan. Letterlijk betekent het woord "omzetting". Tenkan is een van de zes elementaire ashi sabaki (足捌き) of voetenwerk (lett. voetcontrole lijkt hier wel een goede letterlijke vertaling te zijn). Zie irimi voor meer info.
Tori 取り: De tori is diegene die de techniek toepast die door uke wordt ondergaan.
Tsugiashi 次足: Letterlijk "volgende voet" of "volgvoet". Een schuivende stap waarbij de achterste voet de voorste volgt.
Uchi 内: Binnenkant, omgekeerde van soto 外.
Uchideshi 内弟子: Student die in de dojo verblijft.
Udekimenage 腕極め投げ: Worp waarbij de arm tot het uiterste wordt gerekt.
Uke 受け: De uke ondergaat de techniek die door de tori wordt toegepast.
Yonkyou 四教: Betekent vierde techniek, en is een schoudercontrole waarbij de onderarm van uke met beide handen wordt vastgenomen en deze door de ervaren druk naar de grond begeleid wordt. De pijn die uke hierbij kan ervaren wordt veroorzaakt doordat de radiale zenuw die doorheen de hele arm loopt tegen het bot van de onderarm wordt aangedrukt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Thanks for your reaction!